weblog
8
Rom als hulpmiddel bij zelfreflectie.
Inleiding:
Sinds 2012 stellen zorgverzekeraars routine outcome measurement (ROM) verplicht. Zij waren van plan om de effectmetingen te gebruiken voor benchmarking. Tegen dit laatste kwamen onder andere een aantal kernhoogleraren psychiatrie in verzet. Uiteindelijk leidde dit tot het resultaat dat ROM niet mocht worden gebruikt als instrument om de effectiviteit van zorgaanbieders met elkaar te vergelijken.
Helaas heeft deze actie er ook toe geleid dat ROM onder psychiaters een vies woord lijkt te zijn geworden. De afgelopen 11 jaar is er volgens mijn observatie tijdens het VJC slechts eenmaal een bijeenkomst georganiseerd met een positief verhaal over ROM. Ook herinner ik me een Poster die gebaseerd was op de effectmeting via de OQ 45. Deze viel helaas niet in de prijzen.
Het is jammer dat daarmee het kind met het badwater lijkt te zijn weggegooid. Bij visitaties merk ik dat psychiaters weinig belangstelling hebben voor ROM. Veelal heeft de instelling waar zij werken een administratief medewerker aangewezen om de ROM-gegevens te verzamelen. In het gunstigste geval worden de effectmetingen teruggekoppeld naar de verschillende behandelteams.
Tijdens visitaties ben ik nog geen psychiater tegengekomen die ROM inzet om het verloop van een behandeling te monitoren of te gebruiken bij de behandelplanbespreking. Ik vind dat een gemiste kans. Bij farmacotherapie meet ik het effect van de medicatie en ik moet je zeggen dat dat bijzonder goed is voor je ego. Dit zouden meer collega’s moeten doen. Ik denk dat het een uitstekend hulpmiddel is tegen burn-out.
Sinds 2011 doe ik bij elke patiënt die zich aanmeldt een begin- en een eindmeting. In mijn praktijk melden patiënten zich via e mail aan en voordat ze op de intake verschijnen heb ik de uitslag van de OQ 45 en de SQ 48 al voor me liggen. Met name de SQ 48 helpt bij het stellen van de diagnose omdat de verschillende classificaties uit de klachtenlijst tevoorschijn komen.
ROM gebruik ik niet alleen om mijn arbeidssatisfactie op peil te houden maar ook als hulpmiddel bij het evalueren van de behandeling met de patiënt. Als de medicatie aanslaat kan ik vol trots de verbetering laten zien ten opzichte van de begin meting voor de intake. Soms mailen patiënten mij of ik niet vergeten ben de klachtenlijst klaar te zetten. Sinds het begin van het zorgprestatiemodel ben ik niet meer zo zorgvuldig bij het uitzetten van de vragenlijsten voor en tijdens de behandeling. Als ze de lijst invullen waar ik bij zit, dan valt het onder direct patiënt bonden tijd en ook Ik ben maar een mens.
De resultaatmetingen houd ik bij in een Excel bestand. Einddatum van de behandeling, beginscore, eindscore, classificatie en het jaar waarin de behandeling begonnen is. Dit heeft geleid tot data over een cohort van meer dan 1400 patiënten. In 2022 merkte ik dat ik halverwege het jaar al meer mensen ontslagen had dan over de jaren daaraan voorafgaand. Sinds 2016 ben ik volledig zelfstandig gevestigd. Als ik ervan uitga dat het aantal afgesloten behandelingen ongeveer gelijk is met het aantal intakes die ik per jaar gedaan heb dan blijkt dat ik in 2022 twee keer zoveel intakes heb gedaan dan de voorgaande jaren.
ROM-metingen:
Van 2016 tot en met 2021 zijn gemiddeld 68 patiënten uit behandeling ontslagen (zie tabel 1). In 2022 zijn dit er ruim 2 maal zoveel. Deze doelmatigheidsverbetering lijkt zich in 2023 door te zetten. Het aantal ontslagen patiënten was in het 1e kwartaal van 2023 60, hetgeen vermenigvuldigd met 3 uitkomt op 180. Dit houdt een verdere verbetering van 20% in ten opzichte van 2022. Een bizarre bevinding die mij noodde tot nadenken.
Tabel 1. OQ45
Jaar aantal
ontslagen beginscore eindscore verbetering drop percentage
patiënten
2016 67 90 57 32 16%
2017 73 89 57 31 22%
2018 75 81 54 27 25%
2019 57 81 54 26 16%
2020 82 87 60 26 18%
2021 58 87 64 23 30%
2022 149 85 55 29 16%
2023 180 85 63 21 14% (1e kwartaal x 3)
De OQ45 is een veelgebruikt ROM-instrument. Een score van 55 of lager is zoals de gemiddelde burger scoort en kan geduid worden als volledig hersteld. Een verbetering van meer dan 17 punten is klinisch relevant (Kim de Jong, 2016). Opmerkelijk is dat de resultaten over de jaren heen vergelijkbaar zijn. In 2022 zijn echter ruim 2 keer zoveel mensen ontslagen, terwijl in de praktijkvoering niets is veranderd.
Het drop-out percentage heb ik berekend door de ontslagen patiënten waarvan ik geen eindmeting heb te tellen. Daar zitten ook mensen tussen die alleen voor een advies kwamen. Het werkelijke drop-out percentage zal dus lager zijn.
De aanmeldingen gaan in mijn praktijk via email. Als een patiënt geen klachtenlijsten heeft ingevuld dan laat ik dat alsnog tijdens de intake doen. Het aantal beginmetingen is dus 100%. De drop-out in 2021 is hoger dan gedurende andere jaren. Vanaf maart 2020 heb ik anderhalf jaar alleen maar gebeeldbeld in verband met corona. Dit zou een verklaring kunnen zijn, maar dat hoeft het niet te zijn.
ROM als hulpmiddel bij zelfreflectie:
Als je bij toeval een bijzondere vondst doet, namelijk een doelmatigheidswinst van meer dan 100% dan geeft dat te denken. Het volgende citaat geeft weer waar deze zelfreflectie toe heeft geleid:
“Voordat ik psychiater werd, was ik al psychotherapeut. Mijn hele carrière heb ik ernaar gestreefd om psychotherapie toegankelijk te maken voor psychiatrische patiënten. Ik was dan ook aangenaam verrast toen ik in het augustusnummer het essay van De Haan en Berendsen ‘Het veronachtzaamde ‘zelf’ bij schizofrenie’ las. Ik had De Haan hier al over horen spreken tijdens een expertmeeting georganiseerd door de farmaceutische industrie. Voor mij kwamen twee werelden bij elkaar.
De Haan en Berendsen noemen drie aspecten die zij essentieel vinden voor schizofrenie: dopamine (nodig voor het richten van de aandacht), zelfstoornis en hyperreflectiviteit. Verder geven ze een aanzet tot psychotherapeutische consequenties voor deze bevinding. Ik ga een stapje verder.
Drie jaar geleden volgde ik de cursus ‘Het vat van zelfwaardering’ bij Gert-Jan van Zessen. Zijn methode is een gewaarwordingsoefening. Later heb ik het boek 'ACT in de praktijk' van Russ Harris (2021) gelezen, waarvan ik de keuzesleutel een briljant hulpmiddel vind.
De gewaarwordingsoefening houdt in dat patiënten drie keer per dag stilstaan bij een ervaring waar zij met instemming naar kunnen kijken, gevolgd door een schouderklopje. De ervaringen in het hier en nu lijken het effectiefst. De patiënt richt zijn of haar aandacht (dopamine), dit gaat hyperreflexiviteit tegen en verbetert de zelfwaardering. Dit zijn de aspecten die De Haan en Berendsen beschrijven.
Wanneer de patiënt deze oefening doet, neemt zijn of haar zelfwaardering toe, gaat hij (zij) beter voor zichzelf zorgen en gaat hij (zij) andere afwegingen maken.
Hij bepaalt welke ervaring hij als positief waardeert en welke niet. Zo kan iemand heel tevreden zijn als hij een dag op bed gelegen heeft, Netflix heeft gekeken, een beetje gedommeld heeft en wat gelezen. Een ander kan deze zelfde bezigheid afkeurenswaardig vinden omdat hij zijn tijd verdaan heeft en niet de dingen heeft gedaan waarvan hij vindt dat hij ze had moeten doen. De gewaarwordingsoefening helpt om te leren wat iemand belangrijk vindt, waar zijn passie zit, wensen, behoeften en verlangens.
Harris (2021) geeft als voorbeeld van mindfulness dat je onder de douche de neiging hebt om aan van alles en nog wat te denken, zoals wat je allemaal nog moet doen en wat je niet mag vergeten. Als je dit opmerkt, richt je je aandacht op het douchen, het geluid van water, de warmte, het briesje door het gordijn of de geur van zeep.
‘Het vat van zelfwaardering’ komt erop neer dat je het positieve leert zien en waarderen en het negatieve leert zien, maar dit niet gebruikt als leidraad voor vervolggedrag (van Zessen 2019). Ook het negatieve moet je leren zien en ook dat levert een plusje op. De keuzesleutel van Harris sluit hier mooi bij aan. Hij beschrijft het begrip ‘vastgehaakt zitten aan een emotie, gedachte of situatie’. Als dat gebeurt, bijvoorbeeld: ‘ik ben een loser’, dan dient de patiënt zich de vraag te stellen of dit een werkbare gedachte is. Zo niet, dan wordt de patiënt uitgenodigd om zijn aandacht te richten op iets waar hij wel invloed op heeft. Deze richt hij dan op iets wat hij van waarde vindt, bijvoorbeeld gezondheid en een wandelingetje is dan een klein stapje in de richting van zijn waarden. Het is belangrijk dat de patiënt geen wandelingetje als afleiding maakt, want dan blijft hij vastgehaakt zitten en daar wordt de kwaliteit van zijn leven niet beter van.” (Van den Berg, 2022)
De Therapieversneller:
De overpeinzingen van deze oude psychiater hebben geleid tot de volgende stelling:
“Als de therapeut zich richt op de gevoelens en gedachten van de patiënt dan werkt dit hyperreflectiviteit in de hand, waardoor behandelingen onnodig lang duren. Door te focussen op de ervaringen van de patiënt die de patiënt als positief of als negatief classificeert dan kan dit hyperreflectiviteit tegengaan en de doelmatigheid van behandelingen met meer dan 100% doen toenemen.” Per slot kun je in gedachten verstikt raken, in gevoelens kun je verzuipen maar ervaringen doe je de hele dag op. Negatieve ervaringen overvallen je, geven je stress en je kunt er ziek van worden. Positieve ervaringen zijn vluchtig. Als je op Oudejaarsavond de hoofdprijs wint in de `Staatsloterij dan wordt dat op Valentijnsdag alweer gewoon gevonden. De meeste ervaringen merk je niet op en daar zitten veel positieve ervaringen in verscholen, zoals een waterig zonnetje in de winter dat je gezicht wat opwarmt. In therapie is de hoofdzaak om patiënten te helpen positieve ervaringen te vinden die er wel zijn, maar die ze niet zien.
Verder onderzoek:
Het is mogelijk dat de doelmatigheidswinst die ik in eigen praktijk behaald heb een idiosyncratische eigenschap van mij is. Ik denk echter dat dit overdraagbaar is. Ik heb er aanwijzingen voor. Een klinisch psycholoog die al jaren bij mij in supervisie is voor de psychiatrische aspecten van het vak heb ik bandopnames laten gegeven waarin ik mijn werkwijze laat zien. Tot mijn verbazing vertelde ze afgelopen week dat ze in het 1e kwartaal van 2023 al de helft van het aantal intakes had gedaan dan heel 2022.
De opzet van het onderzoek is als volgt:
Deelnemers; psychiaters, psychologen en psychotherapeuten zal worden gevraagd om na te gaan hoeveel intakes ze hebben gedaan gedurende de afgelopen vijf jaar. Zij krijgen vervolgens video-opnames te zien van een door mij verrichte behandeling vanaf intake tot ontslag. Op 31-12-2023 en op 31-12-2024 wordt de deelnemers gevraagd hoeveel intakes ze in dat jaar hebben gedaan. Als de hypothese klopt dan zal het aantal intakes per jaar spectaculair moeten stijgen.
Literatuur:
Zelfwaardering, Zessen, Gertjan (2019). SWP,Amsterdam
ACT in de praktijk, Harris, Russ (2021) Hogrefe Uitgevers, Amsterdam
Haan L. de, en Berendsen, S. Het veronachtzaamde ‘zelf’ bij schizofrenie. Tijdschrift voor Psychiatrie. 2022;64(7): 445-449
Reactie op: Het verontachtzame ‘zelf’ bij schizofrenie, Berg, GWC van den (2022), Tijdschrift voor Psychiatrie, 64 (10) https://www.tijdschriftvoorpsychiatrie.nl/nl/artikelen/article/50-13066_Reactie-op-Het-veronachtzaamde-zelf-bij-schizofrenie/
Behandelresultaten van vrijgevestigde psychologen en psychotherapeuten
Treatment outcomes in Dutch private practices, Jong, Kim de (2016),Tijdschrift voor4 Psychotherapie volume 42, blz. 308-317
7.
Goedemorgen, 1 mei 2023
Voor het eerst van mijn leven heb ik om 6 uur 30 mijn wekelijkse fietsrondje gemaakt. De wereld ziet er dan heel anders uit. Dauwtrappen kun je het niet noemen want het was helder weer en ik moest handschoenen aan. Ik reed achter twee politieauto’s met gierende sirene. Even later zag ik 3 agenten voor een portiek van een flatgebouw staan, kennelijk was er iets vreselijks gebeurd.
Ik zag een verdwaalde jogger en een blinde man die op het pad langs een weiland zijn weg zocht. De natuur lag er inderdaad belabberd bij. Ik zag alleen maar uitgebloeide paardenbloemen, fluitenkruid en het koolzaad tierde welig. Ik zag wel de keurig verzorgde erven van de boerderijen waar ik langskwam. Drie kalveren In de wei. Een gans stond op een wilg de ochtend tegemoet te schreeuwen en een haan die te laat was opgestaan kraaide. Maar ja, dat is cultuur en geen natuur. Er moet echt iets veranderen. Daarom stem ik BBB.
6. De patient als regisseur
14 maart 2023: Een 55-jarige vrouw bezoekt mijn spreekuur op verdenking van een recidief depressie. Zij gebruikt sinds 20 jaar fluvoxamine die gestart is toen zij een postnatale depressie doormaakte. In het psychiatrisch onderzoek noteer ik dat er sprake zou kunnen zijn van een organischpsychosyndroom.
15 maart 2023: Ik krijg een vreemd mailtje van mevrouw over de medicatie.
28 maart 2023: Ze verschijnt samen met haar partner, die mij wil vertellen hoe ernstig het met haar gesteld is. Ik leg hen mijn therapiemethode uit en merk op dat ze afwezig is en reacties geeft die niet passen bij een hoogopgeleide. Ik vraag me af: Zou er sprake kunnen zijn van Alzheimer?.
31 maart 2023: Patiënte vraagt per mail of zij zou mogen werken. Ze realiseert zich dat ik daar geen uitspraak over kan doen omdat dit de deskundigheid is van de bedrijfsarts.
5 april 2023: Patiënte belt mij op, omdat ze zich heel erg raar voelt. Ze noemt een aantal klachten die ik niet kan toeschrijven aan de medicatie. Ik adviseer haar om de volgende dag contact op te nemen met de huisarts.
6 april 2023: Ik bel de huisarts en adviseer hem om een spoed consult aan te vragen bij de neuroloog omdat ik vermoed dat patiënte lijdt aan een hersentumor.
13 april 2023: Patiënte belt mij op en zegt dat de neuroloog niets gevonden heeft. Ik sta perplex en besluit de huisarts te bellen. Hij vertelt mij dat mevrouw op de wachtlijst staat voor een MRI scan. Deze zal tussen twee en vier weken kunnen plaatsvinden. Ik vraag het telefoonnummer van de neuroloog en zijn naam. Ik bel de neuroloog die afwezig is. De dienstdoende neuroloog bevestigt dat zij over twee weken een MRI-scan zal krijgen. Ik geef terug dat ik mevrouw in 4 weken tijd sterk heb zien achteruitgang en ik vraag me af of het niet beter is om met spoed een MRI-scan aan te vragen.
14 april 2023: Patiënte belt me op en vertelt dat bij haar een goedaardige hersentumor is geconstateerd. Dit type hersentumor komt voor In haar familie. Op enig moment zegt ze dat ze moet ophangen, omdat de neuroloog eraan komt. Verbaasd vraag ik of ze nog In het ziekenhuis is. Dit blijkt het geval. Als ik de hoorn op de haak leg denk ik bij mezelf: Lieve help, wat een fantastisch staaltje van samenwerking tussen huisarts, psychiater, neuroloog en niet te vergeten de patiënt.
5. Beerput
In de ruim 35 jaar dat ik zelfstandig gevestigd psychiater ben heb ik nog nooit meegemaakt dat een huisarts weigerde de medicatiecontrole op zich te nemen. Ik stuurde dit bericht naar Medisch Contact als praktijkperikel. Binnen no time kreeg ik meer dan 35 reacties waarvan de honden geen droog brood lusten. Ik waande me even op Twitter. Ik weet van mezelf dat ik nogal prikkelende en provocerende uitspraken kan doen. De redactie had dit nog wat aangescherpt door de nadruk te leggen op het financieel economisch aspect, door “Duur ontslag” en “Vier recepten per jaar leveren mij ongeveer € 140 op” vetgedrukt als kopjes eruit te lichten. Huisartsen krijgen geen vergoeding als zij een recept uitschrijven. De reacties waren vooral van huisartsen en ik begon te begrijpen dat de relatie tussen huisartsen en psychiaters ernstig verstoord lijkt.
Als je een onvoorziene reactie krijgt op een uitspraak die je doet dan stemt dat tot nadenken. In deze tijd van nepnieuws in deze gefragmenteerde samenleving ben ik dol op de mening van andersdenkenden. Andersdenkenden is trouwens niet een juiste term omdat aanhangers van nepnieuws niet anders denken maar zij hanteren andere uitgangspunten. Bij het doornemen van de reacties realiseerde ik me dat ik het praktijkperikel interpreteerde vanuit mijn eigen ervaring. Ik vind het vanzelfsprekend dat als een patiënt weer goed genoeg voor zichzelf kan zorgen en alleen nog medicatie nodig heeft, dat die dan terugverwezen wordt naar de huisarts om de vervolgrecepten te verzorgen. Een patiënt ontsla ik pas als ik er zeker van ben dat hij goed voor zichzelf kan zorgen en slechts 4 recepten per jaar nodig heeft om goed voor zichzelf te kunnen blijven zorgen.
Huisartsen lezen het perikel natuurlijk vanuit hun eigen perspectief. Zij worden kennelijk geconfronteerd met psychiatrische patiënten die zij vanwege de wachtlijsten moeilijk kunnen kwijtraken of liever gezegd in zorg kunnen krijgen. Ik snap hun felle reacties en ik denk dat de psychiater er goed aan doet hierover te reflecteren. Uit de reacties maakte ik ook op dat huisartsen niet betaald worden voor het uitschrijven van een recept en de psychiater 35 euro voor een telefoontje of mailcontact dat er mee samenhangt. Dat ik het tussen neus en lippen doe zal ook niet meegeholpen hebben, want ik begreep dat dit als arrogant is overgekomen.
Ik vraag me af of dergelijk perikel van een cardioloog of andere medisch specialist waarbij de huisarts zou hebben geweigerd om complexe medicatie voor te schrijven ook zulke felle reacties opgeleverd zou hebben. Ik denk dus dat het iets te maken heeft met de relatie tussen de huisarts en de psychiater.
Misschien komt veel van de irritatie onder huisartsen over de GGZ voort uit het feit dat de GGZ een doolhof is voor buitenstaanders. Het valt niet mee voor huisarts en patiënt om binnen de GGZ op de juiste plek terecht te komen. Met de invoering van de POH-GGZ is veel verbeterd maar ook binnen de POH-GGZ worden vaak patiënten (onder verantwoordelijkheid van de huisarts) behandeld die eigenlijk in de specialistische GGZ thuishoren. De specialistische GGZ heeft lange wachtlijsten die naar mijn mening een artefact zijn van de wijze waarop we het georganiseerd hebben.
Een patiënt moet je niet op de wachtlijst (laten) zetten maar moet je helpen om zich als een verzekerde te gedragen. Hij kan de zorgbemiddelaar van zijn zorgverzekeraar bellen die binnen 4 weken (Treeknorm) een plekje voor hem moet vinden. Per slot is het in de zorgverzekeringswet van 2006 zo geregeld, dat de zorgverzekeraar voldoende zorg moet inkopen. In de zorgverzekeringswet komt de patiënt niet voor, maar ze gaat uit van een vrij speelveld tussen zorgverzekeraars, zorgaanbieders en verzekerden met de overheid als marktmeester. Wij moeten de patiënt dus helpen om zich als een verzekerde te gedragen want pas dan speelt hij een rol in de zorgverzekeringswet.
Psychiaters doen er goed aan om iets van de huisarts te leren. Ik ontsla eigenlijk nooit mensen maar schrijf wel ontslagbrieven. Patiënten weten dat als zij dit nodig vinden zij mij een mail kunnen sturen, waarna ik binnen 2 weken een afspraak met hen maak. Ik noem dit het huisartsenmodel. Het komt overigens weinig voor dat iemand daar gebruik van maakt.
Medisch Contact wordt goed gelezen. Na het verschijnen van het perikel kreeg ik een telefoontje van een huisarts. Hij wilde geen vervolgrecept uitschrijven voor een patiënt (hij had een jaarrecept van de Regenboorapotheek) die een jaar geleden bij mij in behandeling was geweest. Dit overrompelde me en ik vroeg of het iets met het praktijkperikel te maken had. Het bleek een jonge collega te zijn die uitvoerde van de oudere huisarts hem had geadviseerd. Ik vroeg of hij dit met zijn collega zou willen bespreken en dat ik graag met betreffende collega een artikel wilde schrijven over wat een psychiater en een huisarts van elkaar mogen verwachten. Een paar dagen later kreeg ik een mail van een psycholoog wier client net 18 geworden was en van de jeugdzorg naar de huisarts was terugverwezen voor de medicatie. Ook deze collega weigerde de medicatieverstrekking op zich te nemen en toen dacht ik: “lieve help, in mijn onschuld lijk ik een beerput opengetrokken te hebben.”
4. Ongemak
Een patiënt komt terug op het vorige gesprek waarin ik veronderstelde dat hij bang was om een ander te beschadigen. Hij vertelt dat dit niet het geval is, maar hij voelt het lichamelijk als hij iets doet dat bij het ander ongemak geeft. Hij geeft als voorbeeld dat hij zijn auto uitgeleend had. Hij wilde niet opblijven totdat de auto zou worden teruggebracht en zei dat de sleutel in de brievenbus gegooid kon worden. Dit gaf bij zijn vrouw ongemak omdat zij bang was dat iemand de sleutel uit de brievenbus zou halen en er dan met de auto vandoor zou gaan.
’s Nachts hebben ze overlegd of hij de sleutel uit de brievenbus zou halen, maar besloot dit niet te doen.
Ik begon hardop te fantaseren hoe deze gebeurtenis zich zou kunnen voltrekken zonder dat iemand ongemak zou beleven. Wat als de bekende de sleutel de volgende dag bij hem zou afgeven, vroeg ik me af. Betreffende woonde niet ver, maar de volgende dag eerder opstaan om de auto en sleutel terug te brengen zou misschien ongemak opleveren. Ook zou mijn patiënt of zijn vrouw dan de sleutel in ontvangst moeten nemen, want misschien moest de lener dan eerder op en dat zou ook weer ongemak opleveren. Ik vroeg hoe laat zijn vrouw de auto nodig had, hetgeen om 10.00 uur zou zijn. Dan zou je vrouw de auto de volgende dag kunnen gaan halen, maar dan moet ze eerder van huis en dat geeft ook weer ongemak. Een leven zonder ongemak is dus niet mogelijk, concludeerde mijn patiënt.
Ik vroeg hem hoe je een sleutel uit een brievenhuis zou kunnen halen en hoe de potentiële dief zou kunnen weten dat er een autosleutel in zat. We konden niets bedenken totdat we ons realiseerden dat je een magneet aan een touwtje zou kunnen doen en dan de sleutel kan opvissen. Met de afstandsbediening zou de dief dan kunnen uitvinden van welke auto de sleutel was en dan doodleuk kunnen wegrijden.
De kans dat dit gebeurd is niet zo groot en zelfs nihil. Het zou wel kunnen, niets is zeker. Samen kwamen we tot de conclusie dat niets zeker is in dit leven en dat je vanaf je geboorte ongemak schept.
Lieve help wat heb ik toch een leuk vak.
3. Lieve help, leren we het dan nooit?
In 2013 pleegde de huisarts Nico Tromp zelfmoord. Hij had ooit meegemaakt dat een patiënt die hij een zachte dood wilde bezorgen weer bijkwam nadat hij het euthanaticum had toegediend. Hij had van deze ervaring geleerd en dacht bij zichzelf dat overkomt me niet nog een keer. Hij gaf daarom politiek incorrect een 3 maal zo hoge dosis bij een ongeneeslijk zieke die niet langer wilde lijden. Een politiek correcte coassistent constateerde dat de huisarts een veel hogere dosis had toegediend dan de richtlijn voorschreef. Hij vertelde dit aan zijn opleider, die politiek correct de Inspectie inschakelde. De Inspectie meldde het politiek correct aan de politie en de politie deed zijn werk en lichtte Nico van zijn bed. Nico Tromp werd zo overrompeld door de verdenking op moord, dat hij in een zware depressie raakte. Hij werd opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis en pleegde een paar weken later zelfmoord.
Ik moest aan dit gruwelijke verhaal denken toen ik via de media over de zaak Arib hoorde. Tot 2 jaar geleden was zij Kamervoorzitter en zou zij een schrikbewind hebben gevoerd in het bedrijf van ruim 600 medewerkers dat de Tweede Kamer ondersteunt. De ambtenaren voelden zich onder haar bewind niet veilig. Je zou denken dat de slachtoffers dan in gesprek zouden gaan met een vertrouwenspersoon die dan hoor en weder hoor kan toepassen. In de zaak Arib schijnt dit niet gebeurd te zijn. 2 Jaar na haar ontslag als werkgever, toen het personeel zich weer veilig voelde omdat Arib door de Tweede Kamer werd vervangen door de veel vriendelijkere Bergkamp kwamen er anonieme meldingen binnen van grensoverschrijdend gedrag. Politiek correct besprak zij dit in het presidium die politiek correct de landsadvocaat om raad vroeg. De landsadvocaat adviseerde een onderzoek te doen naar het gedrag van Arib toen zij nog werkgever was. Heel politiek correct, terwijl de landsadvocaat natuurlijk het presidium had moeten adviseren om de klagers aangifte te laten doen wegens grensoverschrijdend gedrag of om een civiele procedure te starten zodat zij schadeloosgesteld zouden kunnen worden indien Arib inderdaad buiten haar boekje was gegaan. Helaas was er een politiek correcte klokkenluider die bang was dat het geheime onderzoek in de doofpot zou verdwijnen die het lekte naar de NRC. De NRC deed haar werk en de politieke correctheid leidde tot het beschadigen van mensen, waardoor de medewerkers van het bedrijf zich nu weer onveilig voelden net als in de periode dat Arib haar schrikbewind voerde.
Politieke correctheid kan soms gruwelijk uitpakken, gelukkig deze keer niet met dodelijke afloop.
Later kwam Matthijs van Nieuwkerk in het nieuws en ik dacht lieve help we leren het ook nooit. Matthijs schijnt een perfectionist te zijn en regelmatig uit zijn plaat te gaan net als Rutte trouwens, maar hij wordt waarschijnlijk pas aangeklaagd als zijn personeel zich weer veilig voelt en dat gebeurt pas als Rutte een andere baan heeft. Ik heb altijd geleerd dat de werkgever verantwoordelijk is voor een veilig werkklimaat en een minister zelfs voor al zijn voorgangers. Niet Matthijs had aan de schandpaal genageld moeten worden, maar de verschillende bazen die hij in de loop der jaren heeft gehad.
Hoe is het toch mogelijk dat het journaille politiek correct elkaar volgen als een op hol geslagen kudde en niemand meer lijkt na te denken. En mensen die wel nadenken zoals Johan Derksen heeft geen forum, althans daar kijken politiek correcte journalisten niet naar. Als ze dat zouden doen dan worden ze gecancelled. Wat dat betreft heerst er in de journalistiek kennelijk ook een angstcultuur, maar wanneer die beerpunt opengaat kan ik niet voorspellen. Indien dit zo blijft leren we niets en herhaalt zich steeds weer dat de bekende Nederlander verantwoordelijk wordt gemaakt voor iets waar zijn werkgever verantwoordelijk voor is.
2. Het leven hangt van toevalligheden aan elkaar
In het hotel waar ik tijdens het Voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie in 2022 verbleef, was het restaurant gesloten vanwege personeelstekort. Ik had geen zin om naar de stad te gaan dus het zou het wel thuisbezorgd worden, totdat ik een aankondiging zag van “Meet the expert” georganiseerd door de farmaceutische industrie. Na de lezing zou een lopend buffet worden aangeboden. Ik dacht die biologische praatjes neem ik op koop toe. Ik had wat te doen en het eten was geregeld. Ik ben namelijk zelfstandig gevestigd psychiater en zie mijzelf als een behandelspecialist die de vruchten van de biologische psychiatrie toepast, maar die zijn hele leven gestreefd heeft naar het toegankelijk maken van psychotherapie voor ernstig psychiatrische patiënten. Lieuwe de Haan beschouwde ik (misschien niet terecht) als een protagonist van de biologische psychiatrie. Tot mijn verbazing hield hij een briljante lezing. Vanuit zijn kennis over en ervaring met schizofrenie benoemde hij enkele begrippen die ten grondslag zouden kunnen liggen aan schizofrenie namelijk: zelfstoornis, hyperreflexiviteit en dopamine (beïnvloed de mate waarin de aandacht gericht kan worden). Hij eindigde met de opmerking dat Acceptance and Commitment Therapie (ACT) bij mensen met een psychose misschien beter geschikt is dan klassieke psychotherapie, die de hyperreflexiviteit zou kunnen versterken.
Een oude man (dat ben ik) ontmoet een minder oude man (loopt wel tegen het einde van zijn carrière) bij toeval (omdat het restaurant gesloten was), beiden met een geheel andere achtergrond, een ontmoeting die mijn werkwijze radicaal heeft veranderd.
De volgende dag liep ik hem toevallig tegen het lijf en vertelde hem hoe zijn lezing voor mij twee werelden bij elkaar bracht. Drie jaar geleden volgde ik een (nog) niet evidence based cursus “Het Vat van Zelfwaardering” bij Gertjan van Zessen. Ik hoorde toevallig over hem via een patiënt die bij hem in therapie was gegaan vanwege seksverslaving. Zijn boek sprak me aan en ik besloot de cursus te gaan volgen, ook al is deze niet geaccrediteerd. Later las ik het boek van Russ Harris “ACT in de praktijk” ook bij toeval.
‘Het Vat van Zelfwaardering’ komt erop neer dat je het positieve leert zien en waarderen en het negatieve leert zien (ook een plusje), maar dit niet gebruikt als leidraad voor vervolggedrag (van Zessen, 2019). Ook het negatieve moet je leren zien en ook dat levert een schouderklopje op. De Keuzesleutel van Harris sluit hier mooi bij aan. Hij beschrijft het begrip vastgehaakt zitten aan een emotie, gedachte of situatie. Als dat gebeurt bijvoorbeeld ‘ik ben een loser’ dan dient de patiënt zich de vraag te stellen of dit een werkbare gedachte is. Zo niet dan wordt de patiënt uitgenodigd om zijn aandacht te richten op iets waar hij wel invloed op heeft en wat een klein stapje is in de richting van zijn waarden zoals bijvoorbeeld een gezond leven willen leiden en dan kan het maken van een wandelingetje hier een bijdrage aan leveren. Het is wel belangrijk dat de patiënt geen wandelingetje als afleiding maakt, want dan blijft hij vastgehaakt zitten en daar wordt de kwaliteit van zijn leven niet beter van.
Voor mijn ontmoeting met De Haan durfde ik niet zo goed met collega’s te praten over mijn nieuwe inzichten. Per slot word ik geacht om uitsluitend behandelingen toe te passen die bewezen effectief zijn. Dankzij hem durfde ik uit de kast te komen. Nu aan het einde van het jaar blijk ik in 2022 2 maal zoveel patiënten op de been geholpen te hebben dan tijdens voorgaande jaren. 2022 was een bijzonder jaar voor mij. Ik heb geleerd dat je de deur van je narratieve gevangenis moet durven openzetten en te luisteren naar andersdenkenden. Ik ben actief geworden op twitter, facebook en LinkedIn. Ik volg iedereen en ben door een aantal toevalligheden lid geworden van de BBB en heb gesolliciteerd naar het Eerste Kamerlidmaatschap. Mijn boodschap voor 2023 is: durf eens iets te doen wat je tegenstaat, de gevolgen kunnen groots uitpakken. A wunderfull 2023.
1. De BBB in therapie
Een paar jaar geleden belde een huisarts mij op met de vraag of ik een man in behandeling wilde nemen die een kort lontje had en om het minst of geringste zijn stem verhief tot een aantal decibel dat pijn deed aan je oren. Hij had binnen de groepspraktijk al verschillende huisartsen gehad en het personeel zag hem liever gaan dan komen. Ik zei tegen de huisarts: ‘Natuurlijk, het zal wel een verbitterde, boze, witte man zijn en ik gedraag me ook wel eens zo’
Een paar dagen later kreeg ik de volgende mail:
“mijn huisarts, dokter xxx, acht het zinvol dat ik contact met u opneem. Hij kent mij nog niet zo lang en heeft geen besef van wat een leven vol slechte hulpverleners -in mijn optiek bijna een pleonasme- met iemands attitude doet. Hoewel ik nog nooit heb vernomen van de wonderbaarlijke genezingen van dokter Gerard van den Berg maar wel ten einde raad ben, richt ik mijn vertrouwen dan maar op u. Als deze introductie weerstand bij u oproept: des te beter. U zou bijv. kunnen zeggen dat uw praktijk vol is en dat u tot de volgende zelfmoord geen ruimte heeft voor nieuwe patiënten.
U ziet, ik heb e.e.a. opgestoken van Peter de Wit.
Als ik deze week verder niets van u verneem, ga ik ervan uit dat dit ons laatste contact is geweest.
Intussen wacht ik op uw voorstel.
Met vriendelijke groet,
Piet Huppeldepup’
‘Nou dat belooft wat’ dacht ik bij mezelf en nodigde hem uit voor een gesprek. Piet heb ik leren kennen als een ruwe bolster met een blanke pit. Ik schatte hem in als hoogbegaafd, een getraumatiseerde man van mijn leeftijd die ineens kon ontploffen als hij iets politiek corrects hoorde waarbij zijn trauma van ont-vadering werd getriggerd. Ik ben van hem gaan houden zoals van al mijn patiënten omdat ze zo menselijk zijn.
Hij verweet me eens dat ik zo vaak met vakantie ga en hem dan aan zijn lot overlaat. Sindsdien probeer ik hem in dezelfde week in te plannen als ik een studiedag heb of om een andere reden verstek moeten laten gaan. Ook plan ik hem vlak voor mijn vakantie in en vlak erna. Daar ik dol ben op mijn werk ga ik als het effe kan niet langer met vakantie dan 14 dagen en dan merkt hij het niet eens. Vrij snel ben ik hem gaan vergelijken met De Bie als leraar Duits uit de serie Van Kooten en De Bie en dat kon hij waarderen want hij was een groot fan van deze spraakmakende cabaretiers uit vervlogen jaren.
Op een dag bleef hij staan met jas aan en keek naar het plekje op de bank waar hij meestal plaatsnam. Hij wekte de indruk dat hij twijfelde. Hij zei:’ Ik ben geschokt, ik heb gemerkt dat je lid geworden bent van de BBB en ik weet niet of ik bij zo iemand in therapie wil zijn.” Ik schrok en dacht: Nu krijg ik alle woede over me heen die hij jarenlang had opgeslagen. Ik stelde voor dat hij plaats zou nemen en dat ik zou vertellen hoe ik ertoe gekomen ben om lid te worden van de BBB. Na enige aarzeling ging hij akkoord en dronk het kopje koffie in een keer leeg dat ik altijd voor hem klaarzet.
Vrij vertaald vertelde ik hem dat ik me in het voorjaar begon te verdiepen in de Stikstofcrisis waar ik met mijn middelbare schoolkennis niet zoveel van begreep. Ik dacht er zijn bomen die veel CO2 opnemen bij veel stikstof. Dat is een goed wapen tegen de opwarming van de aarde. Natuurlijk zijn er ook planten die doodgaan door een teveel aan stikstof en dat is jammer want dan zou mijn lievelingsbloem de klaproos weleens kunnen verdwijnen. In discussies met familie en vrienden merkte ik dat mensen de Stikstofcrisis, de Klimaatcrisis, de bio-industrie en ecologisch natuurbeheer als synoniemen door elkaar heen gebruikten. Ik ging er stukjes over schrijven maar geen enkele krant wilde ze plaatsen, terwijl ik vind dat ik best weel aardig kan schrijven.
Op een dag hoorde ik mijn lievelingsacteur Thom Hoffman in Op1 fulmineren tegen het programma Vandaag Inside naar aanleiding van de Kaars van Derksen en hij sprak zich uit voor een verbod op uitzending van een programma dat zulke vunzigheden de ether insmijt. Ik dacht er moet wel iets heel ernstigs aan de hand zijn als een links kunstenaar (dacht Ik) een pleidooi houdt voor censuur. Toen het weer terug was op de buis ben ik het gaan volgen en tot mijn verrassing zei Johan Derksen dat hij in De Telegraaf een column van Plasterk had gelezen waarvan hij vond dat het een genuanceerd beeld gaf van de Stikstof crisis. Over de Telegraaf hoorde ik op de middelbare school dat dit een demagogische krant is die je niet moet lezen want dan word je gehersenspoeld. Toch besloot ik een kijkje te nemen en vond de nuanceringen terug die ik zelf op papier had gezet, maar die niemand wilde lezen. Sinds ik naar Vandaag Inside kijk merk ik hoe de andere praatprogramma’s elkaar politiek correct volgen en dan is de eigenzinnige kijk van Derksen soms een verademing.
Zondagochtend kijk ik wel eens naar WNL en zag dat de BBB met 18 zetels in de peiling stond. Dat vond ik leuk en besloot me in te gaan zetten om te voorkomen dat de snelst groeiende partij uiteen zou vallen en dacht: ‘Ik ga solliciteren naar het lidmaatschap van de Eerste Kamer namens de BBB. Het is maar 1 dag in de week en dan kan ik ook gewoon blijven werken waar ik veel plezier aan beleef. Misschien komt mijn vak me wel van pas om de boel bij elkaar te houden.’
Het eerste dat ik over de BBB las was dat de BBB vond dat de overheid er voor de burger is. Dat sprak me aan. Laatst kreeg ik mijn belastingaanslag over 2020. Ik zag dat de 1e schijf van de inkomstenbelasting 9,7% bedraagt. Ik dacht als we dat nu eens afschaffen dan zijn de minima gelijk gecompenseerd voor de inflatie van rond de 10% en hoeft de regering geen ingewikkelde constructies te bedenken waar anderen buiten de boot vallen en weer anderen misbruik van maken met over 10 jaar weer een nieuwe toeslag affaire. Ik ging navragen wat het standpunt van de BBB hierin was. Het bleek een voorstel van Caroline van der Plas te zijn geweest om de 1e 30.000 euro belasting vrij te maken. Toen ik dit zei, merkte Piet op dat hij al jaren vindt dat de eerste 20.000 euro belastingvrij zou moeten zijn.
Aan het einde van het gesprek vroeg of ik een column over ons gesprek zou mogen maken. Ik zou dat dan op Twitter, LInkedInn en Facebook willen plaatsten en hij mompelde dat hij niet herkenbaar in beeld wilde komen. Ik zegde toe dat ik hem de conceptversie zou mailen en als hij dan niet akkoord zou gaan, dat ik dan niet zou doen.
Piet reageerde met; nihil oblit
Ik moest even opzoeken wat dat betekende.